Norm
In 2035 maken behandelplannen deel uit van het overkoepelende behandelplan of het interprofessioneel zorgplan.


Huidige situatie
- Behandeling van ondervoeding wordt vaak los gezien van de totale behandeling van een aandoening.
- Onvoldoende begrip en samenwerking over de lijnen heen, te weinig interprofessionele en transmurale samenwerking op ondervoeding.
- Er wordt te weinig overlegd met de client/patiënt over zijn wens om wel/niet behandeld te worden bij ondervoeding.
Oorzaken van situatie
- Voeding en ondervoeding worden onvoldoende erkend als integraal onderdeel van behandeling en zorg .
- Er is te weinig aandacht voor de leefsituatie van de cliënt/ patiënt, zoals de mogelijkheid om boodschappen te doen of maaltijden te bereiden, armoede en culturele overtuigingen.
- De kennis over de impact van ondervoeding op behandel- uitkomsten is bij veel zorgprofessionals beperkt.
- Systeemgrenzen (‘schottenproblematiek’) belemmeren samenhangende zorg en continuïteit in voedingsbeleid
- ICT systemen sluiten niet op elkaar aan, waardoor informatie overdracht moeilijk is.


Beoogde verandering
- Er wordt interprofessioneel en transmuraal samengewerkt op basis van een gezamenlijk behandelplan voor ondervoeding.
- Cliënten/patiënten worden, samen met hun naasten, begeleiders en mantelzorgers, actief betrokken bij de behandeling. Daarbij wordt gestimuleerd dat zij, samen met hun sociale omgeving, zelf regie nemen waar mogelijk.
Mogelijke oplossingsrichtingen
- Inzetten op gepersonaliseerd advies en afgestemd op voedingsstatus, aandoening, wen- sen van persoon en zorgfase/prognostisch profiel (bv. palliatieve fase).
- Voorlichting en samen beslissen een plek geven in de behandeling.
- Werken met interprofessioneel en transmuraal behandelplan.
- Versterken van de samenwerking tussen sociale domein en zorg ten aanzien van de behandeling van ondervoeding.
- Ondervoedingsmodules opnemen in alle richtlijnen en behandeling van ondervoeding onderdeel van diverse zorgpaden maken.


